De recent schikking van bijna 800 miljoen euro van het Openbaar Ministerie met ING is hard aangekomen. Niet alleen bij de ING, maar ook in de gehele sector. Het Ken-uw-klant-principe is een serieus te nemen onderdeel van de dagelijkse praktijk geworden.
In het verleden hebben banken min of meer willens en wetens onderdak geboden aan geld met duistere herkomst. De inval bij de Slavenburgbank in 1983 is daar een voorbeeld van, overigens zonder dat latere directieleden strafrechtelijk veroordeeld zijn. De geruchten en fouten bij transacties hebben de bank genoodzaakt onderdeel te worden van Credit Lyonnais.
Een ander bekend voorbeeld is het filiaal van de ABN AMRO aan de Sarphatistraat in Amsterdam. Daar zijn frauderende medewerkers door justitie vervolgd, maar uit de naar buiten gekomen informatie is duidelijk dat er veel meer aan de hand was en dat het Ken-uw-klantprincipe niet werd toegepast. Dat principe had toen geen wettelijke basis. Er werd veel ruimte geboden aan clienten bij het gebruiken van nummerrekeningen. Vanoudsher gebruikt door diamantairs maar ook door anderen, zoals hasjhandelaars. De medewerkers hebben het gebrek aan interne controle gebruikt om fraude te plegen.
Dat is het verleden. En het heden dan? De Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) is de wettelijke basis voor het huidige beleid. Duidelijk is dat uit de schikking met de ING belangrijke elementen uit de wet niet toegepast zijn en dat clienten in staat werden gesteld ongebruikelijke transacties te doen zonder dat er opgetreden werd. De aanleiding voor het Openbaar Ministerie was dat de ING de bankier was van veel verdachten in andere onderzoeken. De poortwachtersfunctie was kennelijk niet goed ingevuld.
Volgens de schikking heeft de commercie doorslag geven boven het maatschappelijk belang en de daaruit voortkomende taak bij het tegengaan van witwassen en terrorisme bestrijding. Het is te laat voor de ING om nog zonder druk van Justitie de zaak op orde te krijgen. De DNB heeft al waarschuwingen afgegeven dat het ook bij andere banken niet niet vlekkeloos verloopt. Is het wachten op de volgende schikking of veroordeling of geeft deze wake-up call een boost aan het goed invullen van het Ken-uw-klantprincipe dat vele kanten kent: een toegesneden advies en productenportfolio tot het weigeren van clienten die misbruik maken van de dienstverlening.